zonder zon

een serie werken op doek
geïnspireerd op de roman
Zonsopgangen boven zee (1977)
van Jeroen Brouwers

Vorstin van de vliegen, 2007

Vorstin van de vliegen, 2007, 175 x 105 cm, gem. techn. op doek

inleidende tekst van de catalogus bij de expositie in galerie Wansink, Maastricht, 2 september t/m 13 oktober 2007
 

Zouden deze schilderijen er zonder Zonsopgangen boven zee anders hebben uitgezien? Natuurlijk wel, maar ook weer niet wezenlijk anders. Wat Jeroen Brouwers in zijn claustrofobische roman aansnijdt en rauw serveert, is het oude liedje dat al lang voordat ze ooit een letter van de schrijver gelezen had, in het werk en hoofd van Christina de Vos rondspookte. Het boek plaatst een man en een vrouw en alle ellende van dien in een vastzittende liftkooi en is door die strikte omkadering eigenlijk al een soort schilderijententoonstelling, een serie tableaus waarin de handeling beperkt is en ruim baan maakt voor herinneringen, bespiegelingen en voorafschaduwingen. Als een middeleeuws altaarstuk met zijn tientallen panelen en paneeltjes vertelt het een verhaal dat niet in een chronologische volgorde gelezen hoeft te worden, omdat iedereen het kent en iedere voorstelling naar een andere verwijst: "Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt".

de twee Aurora's, 2007

de twee Aurora's, 2007, 100 x 50 cm, gem. techn. op doek

 
mijn geschrevenheid, 2007

mijn geschrevenheid, 2007, houtskool en acryl op doek, 100 x 70 cm

 
Geïnspireerd op, naar aanleiding van, mede mogelijk gemaakt door. De relatie tussen Zonsopgangen en Zonder zon is natuurlijk niet die tussen tekst en illustratie. Verre van dat!, moet daar dan snel aan worden toegevoegd, want een kunstenaar moet immers alles uit zijn hoofd doen en niet uit andermans hoofd. Toch heeft Christina de Vos nog nauwelijks een werk gemaakt dat niet geleend is van een meestal al eeuwenoude meester. Het eigen maken, van de vormen en expressies die haar idolen aan verf of steen en nu dus inkt wisten te onttrekken, is een wezenlijk onderdeel van de authenticiteit en oprechtheid van haar werk. Met dank aan?

Christina de Vos werd kunstenaar in het derde jaar van haar opleiding, met een serie 'schöne Greuelmärchen', afgekeken van onder meer Beckmann en Goya (Jeroen Brouwers durfde zich pas zonder blikken of blozen schrijver te noemen na het voltooien van Zonsopgangen boven zee). Het terugwinnen van de bijna ondoenlijke intensiteit en integriteit van deze eerste werken is sindsdien haar streven en iedere kunstenaar die dat ideaal in de vingers heeft, moet er aan geloven. Het is allemaal afgunst en hebzucht, maar men noemt het: bewondering.

Ook Jeroen Brouwers is zo'n oude meester, of althans een onbenaderbaar gelauwerde grootheid. Maar wel eentje waarbij je op de koffie kunt komen en dan heb je toch twee collega's die over hun vak bomen, hoezeer daarbij de woorden van de verweerde schrijver ook als wijze raad en die van de nog best jonge schilder als al te stellige meningen zullen hebben geklonken. Misschien begrijpen ze niet eens heel erg veel van elkaars werk, maar zij vonden elkaar wel in hun bewaarzucht en de gedrevenheid waarmee beiden op hun zo eigenst mogelijke manier streven naar een kunst die samenvalt met het leven. Hierin vindt ieder beeld, iedere herinnering en impressie, iedere ervaring en ieder gevoelen uiteindelijk een plek in een oeuvre dat daardoor alles zegt wat de kunstenaar binnen de beperkingen van zijn medium zeggen kan. Zelfexpressie, zeker, maar hopend dat door helemaal óp te gaan en zo te verdwijnen in het werk, beeld zal samenvallen met beeldenaar. Voor beiden is dat het hoogst noodzakelijke haalbare.

Zonder zon is een uitsnede van een omvangrijke serie werken over leven en levenloosheid, onbestendigheid, afscheid, herinnering en onherroepelijkheid. Het verhaalde in Zonsopgangen boven zee heeft een andere wending gekregen, een ander perspectief en natuurlijk vooral een andere kunstenaar. Jeroen Brouwers is uitgevlakt en overgeschilderd, in fragmenten verknipt en weer aaneengelijmd tot beeltenissen die onmiskenbaar helemaal Christina de Vos zijn. De geciteerde boekfragmenten, over herinneren en vergetelheid, de levende herinnering en het niet-levende bewaarde, zijn dan als het ware illustraties bij de schilderijen, zij het op dezelfde manier dat deze schilderijen geen illustraties bij de tekst zijn.

Hans Auer