een warme jas



19 juni t/m 24 juli 2004
Galerie Blik

Kopje in blauw, 2004, 30 x 39,5 cm, gem. tech. op papier

Hoe persoonlijk mag een kunstenaar zijn in haar werk? Ze kan het natuurlijk niet verhelpen dat zij haar publiek 'iets van haarzelf' laat zien, maar Christina de Vos vermijdt daarbij portrettering van het anekdotische en biografische. Maar er zijn natuurlijk gebeurtenissen en omstandigheden die zo overdonderend zijn, dat zij wel hun weerslag móeten vinden in het werk. De tentoonstelling een warme jas is geboren uit deze noodzaak en de aldus onstane wrijving tussen wat het publiek wél en niets aangaat, is in het onstaansproces en de uiteindelijke vorm van de expositie steeds een heikele kwestie geweest. Enkele werken uit de serie zijn uit deze overweging bijvoorbeeld niet tentoongesteld, waaronder een portret van de jas in kwestie – overigens een unicum in het verder altijd door wezens bevolkte oeuvre.

Het geëxposeerde deel van de serie moet dan al snel 'broos' of 'teer' genoemd worden, want dat zijn nu eenmaal de woorden waarmee men werk kwalificeert dat zich weliswaar niet onttrekt aan de suggestie van het autobiografische, maar tegelijkertijd autonoom en dus 'geldig' is.

De personages die de tekeningen en schilderijen van Christina de Vos bevolken, zijn meestal ontkleed gelaten. Kleding is immers tijdgebonden en voor de kunstenaar overigens vooral een accessoire die de mens niet zozeer siert, als wel een houding weet te geven. Aldus zijn haar Diva's en koninginneportretten in wezen nauw verholen naakten, verschuilend achter obligate statiekleding. Ook in De Hondsdagen, de op Hieronymus Bosch geïnspireerde serie die in 2001 bij galerie Blik werd geëxposeerd, is kleding geen tooi, maar een attribuut van macht over de weerloze, want ontklede mens.

De onderhavige warme jas heeft op het oog wel iets weg van het pelsje in Rubens' magistrale portret van Helena Fourment dat al meer dan tien jaar steeds weer in het werk van Christina de Vos opduikt. Maar die jas is bij nader inzien toch vooral een bezwering tegen de hondsdagen van het leven en een memento van gelukkiger tijden.

Herfstig, 2004, 55 x 40 cm, gem. tech. op papier

Herfstig, 2004
boven: Kopje in blauw, 2004