coronaboys
coronaboy I
Sint-Antonius
251?–356, naamdag 17 januari
Antonius was een Romeins-Egyptische heremiet die God zocht in de woestenij. Als hij niet wordt afgebeeld in zijn beroemde Verzoeking, zien we hem gewoonlijk in het gezelschap van een varken, oorspronkelijk misschien omdat dit dier, met al zijn gewroet in de aarde, het door de kluizenaar overwonnen aardse bestaan symboliseerde. In de middeleeuwen werd aan de aanwezigheid van het varken echter een positieve draai gegeven: Antonius, een strikte vegetariër, zou zich ontfermd hebben over een ziek varkentje, dat vervolgens zijn huisdier werd. Het dier kreeg een belletje om en maakte zich daarmee nuttig door de heilige op de gebedsuren te attenderen. De Orde van Sint-Antonius, wiens lekenbroeders lijders aan Sint-Antoniusvuur (ergotisme) en andere besmettelijke ziekten verzorgden, werd ook met varkens geassocieerd: zij kregen toestemming voor hun levensonderhoud varkens te hoeden en deze vrij te laten weiden. Boeren schonken traditioneel de kleinste big uit een worp, die in het Engels nog steeds een 'tantony' wordt genoemd, aan de broeders.
coronaboy II
ca. 256–ca. 288, naamdag 20 januari
Sebastiaan was een kapitein in de Praetoriaanse garde onder keizer Diocletianus. Toen deze erachter kwam dat Sebastiaan een christen was, liet hij hem aan een boom of martelzuil binden en met pijlen doorboren. Dit zogenaamde eerste martelaarschap doodde hem echter niet, maar toen hij na zijn herstel de keizer aansprak op de christenvervolging, liet deze hem in het Circus Maximus doodknuppelen, zijn tweede martelaarschap. Dat hij zijn eerste martelaarschap overleefde, maakte hem een favoriete pestheilige, vanuit het geloof dat de ziekte veroorzaakt werd door engelen die pestpijlen op de mensheid afvuurden, een echo van de bliksempijlen van Zeus die hetzelfde effect sorteerden onder de Grieken voor de muren van Troje (ook onweer werd met de pest geassocieerd).
coronaboy III
Sint-Adrianus
gestorven in 306, naamdag 4 maart
Adrianus was een officier in het Romeinse leger die op een dag een groep christenen moest doodmartelen. Zeer onder de indruk van hun moed bekeerde hij zich ter plekke, waarop hij zelf op een gruwelijke manier de marteldood vond: zijn voeten werden verbrijzeld op een aambeeld, zijn handen werden afgehakt en uiteindelijk werd hij onthoofd. Het lijkt misschien ironisch dat hij de schutspatroon van de slagers en smeden werd (zoals Sebastiaan beschermheilige van de boogschutters en de geroosterde Laurentius van de koks), maar men kan de beulen óók zien als noodzakelijke vehikels voor het bereiken van de heiligheid van de martelaar. Als patroonheilige van Lissabon zou hij de stad hebben behoed voor een pestepidemie.
coronaboy IV
Sint-Rochus
ca. 1348–1376 of 1379, naamdag 16 augustus
Rochus is de pestheilige bij uitstek: in tegenstelling tot al die heiligen die een bruggetje nodig hadden om met de ziekte geassocieerd te worden, genas Rochus op zijn pelgrimstocht naar Rome talloze pestlijders, en overleefde ook zelf de ziekte. Na zijn besmetting trok hij zich terug in een hut in het bos, waar een bron opsprong en een hond hem dagelijks brood bracht en zijn wonden likte, waardoor hij genas (met het varken van Antonius een zeer zeldzaam voorbeeld van een positieve uitbeelding van deze diersoorten). Rochus wordt altijd afgebeeld met de hond en een pestbuil op zijn been, zij het zelden op de anatomisch correcte plaats, hoog in de lies. Hij is ook nog de beschermheilige van de valselijk beschuldigden: eenmaal thuis werd hij wegens spionage gearresteerd en hij stierf in de gevangenis.
coronaboy V
Sint-Christophorus
derde eeuw, naamdag 25 juli
Christophorus betekent Christusdrager, naar de legende waarin hij een kind op zijn brede rug over een rivier droeg. Het kind werd steeds zwaarder en de rivier steeds wilder, waardoor de reusachtige heilige bijna bezweek. Het kind bleek Jezus te zijn, die hem vervolgens doopte en zijn naam gaf. Om diverse redenen wordt Christophorus vaak met een hondenkop afgebeeld, mogelijk naar een mythisch mensenras, maar misschien ook wel doordat men zijn geboortestreek Kanaän door elkaar heeft gehaald met het latijnse woord voor hond (canis). Christophorus is een pestheilige omdat hij, net als Sebastiaan, een regen van pijlen overleefde: hij werd uiteindelijk onthoofd. Tegenwoordig is hij nog populair als schutspatroon van de reizigers.
coronaboy VI : Sint-Gillis (ca. 650–ca. 710, naamdag 1 september)
Gillis, of Aegidius, was een kluizenaar die zich in grote afzondering in een bos nabij Nimes had teruggetrokken, waar een hertenkoe hem dagelijks voedde met melk. Deze goede daad zorgde ervoor dat zij telkens aan de jagers kon ontkomen. Op een dag werd echter de heilige geraakt door een verdwaalde pijl (alweer is het uitsluitend door een pijl dat Gilles ook een pestheilige is). Hij overleefde het ongeluk en is de enige van de Veertien Noodhelpers die geen martelaar is.
|