dicht op de huid

De serie 'dicht op de huid' ontstond naar aanleiding van twee voorstellingen van het Rotterdamse ro theater. Enkele kunstenaars, waarvan de organisatie meende dat hun werk affiniteit heeft met dat van Brouwers, werden uitgenodigd om de toneeladaptaties van Zonsopgangen en Bezonken rood (1981) te vergezellen van een expositie. Daar is uiteindelijk niets van gekomen, maar ondertussen was Christina de Vos toch maar mooi gegrepen door Brouwers' duizelingwekkende taaluniversum. Voor eigen rekening, en nu te bezichtigen, begon zij met een serie werken die natuurlijk geen letterlijke illustraties zijn bij Brouwers' verhaal van liefde, vergankelijkheid en zelfhaat, maar die er toch door verbeeld en gekleurd zijn.
 

het verlangen, 30 x 40 cm, 2006

 
het verlangen, 2006
 

Afgunst en bewondering hebben Christina de Vos altijd al aangezet tot 'hebzucht', tot het eigen of zelf willen maken van kunst die haar jaloezie opwekt. Natekenen, knippen, plakken, schuiven en opnieuw samenvoegen, vormen het procédé waarmee zij andermans uitingen vertaalt naar haar eigen zeggingskracht. Natuurlijk is dit alleen maar techniek, het handschrift van de kunstenaar, maar de inhoud van haar 'roman fleuve' is onlosmakelijk verbonden met de stilistische aspecten van haar tekeningen. Ook Jeroen Brouwers' werk kent die eenheid, waarin stijl en verhaal samenvallen en elkaar versterken. Zijn alleszins claustrofobische Zonsopgangen boven Zee vraagt als geen ander boek van Brouwers om een beeldende interpretatie. Liefde, haat, dood en het meisje, man, vrouw: de thematiek is universeel of zelfs essentieel te noemen en niet weg te denken uit de figuratieve kunsten. Het basale en het beeldende van de roman wordt bovendien nog versterkt door de sobere enscenering, twee mensen in een lift, en de niet-lineaire verhaalstructuur. Hierdoor is het boek een compositie van scènes die net zo 'gelezen' kunnen worden als een groot altaarstuk, met tientallen panelen en paneeltjes die in iedere volgorde bekeken kunnen worden, maar toch duidelijk één verhaal vertellen.

Wade, 50 x 65 cm, gem. techn. op doek, 2005

Het verhaal van 'dicht op de huid' is eigenlijk ook zo'n sacrale schilderijententoonstelling, en dan waarschijnlijk een kruisafname of een pietà. Het nieuwe werk is immers, net als Zonsopgangen, doortrokken van dood, afscheid en bewening. In zekere zin lijken deze werken zich af te spelen in de toekomst van Zonsopgangen, met een nagelaten Aurora als ex-"Vrouwe Dood" en ex-meisje, die met gemengde gevoelens terugblikt en voortborduurt op de voorgoed afwezige protagonist van Brouwers' roman. Er is durf nodig om met zulk beladen werk te komen en voor Christina de Vos is de volstrekt eigenzinnige en onverbiddelijke manier waarop Brouwers dat doet, een stimulans geweest. Dat 'dicht op de huid' hierdoor als vanzelf persoonlijker en daardoor autobiografischer lijkt dan voorheen, is helaas onvermijdelijk.

Wade, 2005

De series van Christina de Vos zijn duidelijk te verdelen in zware kost en luchtiger tussendoortjes. Het is verleidelijk om de eerste categorie te zien als het serieuze en relevante oeuvre, dat van tijd tijd onderbroken moet worden door speelse uitstapjes, rustpauzes. Deze hebben meestal een vastomlijnd, concreet onderwerp als houvast, terwijl het 'serieuze' werk in het algemeen 'uit het hoofd' getekend wordt. Deze kopzorgen zijn soberder van vorm en kleur, en zonder meer somberder van toon, maar de serie 'dicht op de huid' toont hoe stilistische vernieuwingen uit de speelsere series naadloos in de thematiek van de expositie opgaan. Vorm en expressie, stijl en thematiek, zijn een eenheid. Niettemin gebruikt Christina de Vos hier een breed scala aan stijlen die vaak echo's zijn van haar eerdere en zelfs eerste series. Dat is niet verwonderlijk, want ook haar persoonlijke thema's komen telkens weer terug en raken steeds verder verknoopt, waardoor een thematische samenhang ontstaat waarin inderdaad "niets bestaat dat niet iets anders aanraakt".

Vrouwe insect, 2005, 30 x 40 cm, gem. tech. op doek

Vrouwe insect, 2005

Christina de Vos ziet in deze serie een weerklank van de "schöne Greuelmärchen" uit het derde jaar van haar academietijd. Deze uiterst intuïtieve tekeningen van wrede theatertjes, zo claustrofobisch als een liftcabine, ziet zij als de geboorte van haar kunstenaarschap en het beste werk dat zij totnogtoe gemaakt heeft. Toen ging zij immers tot op het bot, terwijl ze nu alleen nog maar dicht op de huid zit. Toch is de nieuwe serie naakter dan 'een warme jas', haar vorige project (2004). Zonder die beschuttende jas is 'dicht op de huid' visueel en thematisch een houvast armer. Des te rijker is het werk aan motieven, zoals de raadselachtige vlinders, de bloemen, het kreupelhout, de vitrine- of kistachtige inkaderingen en de steeds weer terugkerende dubbelportretten met vrouw en statuesk manbeeld. Ieder voor zich zijn deze motieven nauwelijks te duiden, maar tesamen suggereren zij een samenhangende iconografie rond verlies, afscheid en vooral herinnering, want dat is nu eenmaal het enige dat van het verlorene overblijft. Met 'dicht op de huid' heeft de kunstenaar haar herinneringen en haar gevoelens daarbij zonder voorbehoud 'aan het papier toevertrouwd'. Zo spontaan als dat klinkt, is de serie natuurlijk niet ontstaan. Het tentoongestelde 'werkboek' bewijst dat er aan de werken een uitvoerige studie voorafging. Het bevat enkele van de ongeveer honderd collages van foto's uit boeken, kranten en tijdschriften die als voorstudies van de serie gebruikt zijn, en zullen worden.

Naast het nieuwe werk zullen ook enkele bijpassende recente werken tentoongesteld worden.
 

Memento, 2005, 50 x 65 cm, gem. techn. op doek

 
Memento, 2005